Coronacrisis vraagt om improvisatie

Toen de overheid op 13 maart de strenge coronamaatregelen bekend maakte, werd duidelijk dat de vieringen en de maaltijden van het Straatpastoraat in de gebruikelijke vorm moesten worden stopgezet. Op de drie daaropvolgende vrijdagen werden onder steeds striktere regie nog afhaalmaaltijden uitgedeeld, maar omdat de inmiddels vertrouwde anderhalvemeter praktijk toch te veel onder druk kwam te staan - niet alleen bij het afhalen, maar ook bij het koken - moest besloten worden ook hiermee te stoppen.   

De laatste afhaalgelegenheid, op vrijdag 3 april, werd gebruikt om te peilen wie de wekelijkse maaltijd maar moeilijk konden missen. Dat bleken twee groepen te zijn: mensen die wel een eigen adres hebben, maar die om allerlei redenen al lang bezoeker zijn van de vrijdagse maaltijden en verder mensen die nog op straat zijn. Over de laatste groep valt meer te lezen in ons vorige bericht 'dakloosheid en corona'. 

Voor de eerste groep is een bezorgsysteem ontwikkeld. Onder de perfecte regie van interim-vrijwilligerscoördinator Eugen Seeber, worden er door ongeveer tien bezorgers elke vrijdag meer dan 50 maaltijden bezorgd op zo'n 40 adressen. De maaltijden worden vers gekookt, bij mensen thuis of in een kleine groep in een keuken waar het mogelijk is op anderhalve meter te werken.

vrijwilligers halen de tasjes met maaltijden af voor bezorging

Naast de maaltijden die bezorgd worden, zijn er ook nog maaltijden beschikbaar die kunnen worden afgehaald door (uitsluitend!) mensen die op straat leven en geen opvang hebben. Afgelopen vrijdag waren dat 34 maaltijden. Helaas neemt het aantal per week toe.  

Naast deze vrijdagse activiteit zijn de straatpastors natuurlijk ook door de week nog volop beschikbaar. Veel contacten lopen via telefoon, beeldbellen of e-mail, maar ook persoonlijke ontmoetingen blijken nog mogelijk, op straat of op een andere plek waar voldoende afstand gehouden kan worden. 

Zo proberen de vrijwilligers en het team van het Straatpastoraat ondanks de beperkingen toch nog zoveel mogelijk hun werkzaamheden gestalte te geven.